Eten en drinken in België

Eten en drinken zijn voor de gemiddelde Belg zeer belangrijk. De Belgische keuken is geïnspireerd op de Franse keuken, maar kent ook zeker overeenkomsten met de Nederlandse keuken. Over het algemeen wordt voor het avondeten meer tijd uitgetrokken dan in Nederland. Eten is in België ook vaker een sociaal gebeuren. Een Belg eet gemiddeld redelijk vaak buiten de deur. Dat hoeft niet altijd een complete maaltijd te zijn, maar kan ook een lekker broodje, een heerlijke wafel of gewoon koffie met gebak of een koek zijn. Feit is dat wie in België iets wil eten of drinken, weinig problemen zal hebben om iets lekkers te vinden.

Op deze pagina presenteren we een aantal Belgische dranken, gerechten en andere lekkernijen.

Belgische bieren

In België worden meer dan 1000 soorten bieren gebrouwen. Deze variëren van grote commerciële merken zoals Stella Artois en Jupiler tot aan zeer kleine merken zoals bijvoorbeeld Westvleteren. Dit trappistenbier kun je niet via de handel of in een kroeg krijgen. De productie bedraagt slechts zo’n 60.000 kratten van 24 flesjes per jaar. De enige manier om één van deze kratten te kopen is bij de monniken zelf. Je kunt dat alleen maar doen door vooraf één of twee kratjes te reserveren en die op de afgesproken datum + tijdstip op te halen bij het klooster. Dit mag je ten hoogste eens in de 2 maanden doen.

Belgische bieren

Belgische bieren zijn er in enorm veel variëteiten. Juist de grote diversiteit in bieren maakt het zo leuk om je te verdiepen in de achtergronden en de verschillende smaken die je tegenkomt. Als je eenmaal je ontdekkingsreis door de Belgische bieren begint dan krijg je er een hobby bij die je waarschijnlijk steeds intenser gaat beleven. Niet voor niets dat er in België complete bierfestivals bestaan waarbij je tientallen tot soms wel meer dan honderd bieren kunt proeven. Ook het aantal bierverenigingen is in België best groot. Bier wordt in België vrijwel net zo serieus genomen als dat men in Frankrijk met wijn omgaat.

Het is in België gebruikelijk dat een kroeg of restaurant een redelijk aanbod aan bieren heeft, zowel in fles als van de tap. Bij ieder bier hoort het juiste glas geserveerd te worden. Naast de gewone pilsener is er vooral ook veel ruimte voor speciaalbieren in alle soorten en maten. Witbier, trappist, bruine bieren, zware bieren… als liefhebber zul je vrijwel altijd wel iets van je gading vinden.

Belgische bieren

Jenever

De sterkedrank jenever is vooral uit Nederland én België afkomstig. Jenever wordt ook in het noorden van Frankrijk en het noordwesten van Duitsland gestookt. Jenever heeft in België niet dezelfde cultstatus als bier, maar jenever is toch echt wel een serieuze drank bij de zuiderburen. De traditionele jenevers zoals jonge jenever en oude jenever kent men in België tegenwoordig veel smaakvarianten op jenever. Hiermee weet men de interesse bij het jongere publiek te trekken, dat de diverse fruitsmaken volop binnen het uitgaansleven uitprobeert. Wat je in België ook regelmatig terugziet is de jenever-variant op de Cubaanse drank mojito. In plaats van Cubaanse rum wordt dan een lokale Belgische jenever gebruikt. België telt tientallen stokerijen die jaarlijks tussen de 7 en 10 miljoen liter produceren. In jeneverstad Hasselt staat het Nationaal Jenevermuseum waar je alles leert over de geschiedenis en de productie van jenever.



Belgische wijnen

Wat weinig mensen weten is dat België een wijngeschiedenis kent die terugvoert naar het begin van onze jaartelling. Onder het bewind van de Romeinen vond de eerste wijnbouw in België plaats. De grootste bloeiperiode wat betreft wijnbouw kende het land in de middeleeuwen. In de 17e eeuw, toen er sprake was van een klimaatverandering waardoor België koeler werd, verdween de wijnbouw voor een groot deel. In de 19e eeuw verdween de wijnbouw helemaal, om uiteindelijk pas in de tweede helft van de twintigste eeuw een heropstanding te kennen. Wijn wordt tegenwoordig onder andere geproduceerd in de gebieden Haspengouw, Hageland, Heuvelland en Sambre-et-Meuse. België telt ongeveer een tiental wijnbouwers.

Friet

Als er één gerecht is dat direct als Belgisch gezien wordt dan is het wel friet. Deze gefrituurde aardappelreepjes kennen hoogstwaarschijnlijk hun oorsprong in het oosten van België, hoewel de Fransen menen dat de patates frites een Franse vinding zijn. Belgische frieten eet je bij een frituur, frietkot maar ook in een restaurant als bijgerecht. De friet wordt twee keer gebakken: eerst een voorbak op een iets lagere temperatuur, daarna wordt de friet afgebakken bij 180 graden. In tegenstelling tot Nederland wordt Belgische friet vaak nog in ossenwit of ander dierlijk vast vet gebakken. Plantaardige vloeibare olie is in België veel minder populair dan bij ons. Bij de frituur (= Belgische snackbar) is er over het algemeen een veel ruimere keuze aan sauzen voor bij de friet dan in Nederland. Topper is de Belgische mayonaise, maar daarnaast heb je ook sauzen zoals curry, ketchup, zoete mayonaise, andalouse, tartaarsaus, looksaus, piccalilly, cocktailsaus, samuraisaus en stoofvleessaus. Pindasaus kom je in België amper tegen.

friet

Ardeense ham

Er zijn uiteraard vele soorten ham op de wereld, en evenveel manieren om ze te bereiden. De gewone ham die je op je boterham legt, is doorgaans gekookte ham. Ardeense ham is daarentegen heerlijk gerookt, wat het een diepe, rijke smaak geeft. Vaak gebeurt dit nog op de ambachtelijke manier, en elke familie heeft zo zijn eigen recept om nog meer smaak aan het vlees te geven. Elke houtsoort heeft immers een andere geur en er worden vaak ook kruiden of jeneverbessen toegevoegd. Heerlijk om zo een sneetje op je brood te leggen, eventueel met wat veenbes- of uiencompote. Of verwerk deze lekkernij in een knapperige salade. Je kan ook een klein hammetje bestellen op restaurant, vaak vergezeld van een gepofte aardappel, seizoensgroentjes en een heerlijk mosterdsausje.

Moules-frites

Mosselen met friet wordt vaak het nationale gerecht van België genoemd. Wie op een zomerse dag toeristenplaatsen zoals Brugge, Oostende, Gent of Antwerpen bezoekt die snapt dat helemaal, want op de tafels van de terrassen zie je opvallend veel zwarte pannetjes met mosselen staan. Mosselen worden in België vrijwel altijd op die manier geserveerd: de mosselen (ongeveer 1,2 tot 1,5 kilogram per persoon) in de geëmailleerde mosselpot en een schaal met frieten los erbij. Vrijwel standaard wordt er mayonaise bij geserveerd. Vaak worden er ook losse sausjes voor de mosselen bij geserveerd. Hoewel mosselen op veel verschillende manier klaargemaakt kunnen worden (o.a. in currysaus, in pikant saus, mosselen met witbier, mosselen in tomatensaus), de meest voorkomende manier is natuurlijk mosselen op Vlaamse wijze. Dit is met diverse groentes (o.a. prei, ui en wortel), peterselie, witte wijn, knoflook en selderij. Er zijn verschillende varianten op dit recept.

moules

Belgische kazen

Wie denkt aan kaas, denkt automatisch aan Nederland en Frankrijk. Maar laat je niets wijsmaken: ook België heeft een zeer rijk gevulde geschiedenis en landkaart als het op kaas aankomt! Er is geen echte lijn te trekken in wat voor kaas nu precies een echte, Belgische kaas is. Je vindt namelijk zowel harde als zachte kazen, jong en oud, van geitenmelk of koemelk. Voor ieder wat wils. Elke streek heeft zijn eigen specialiteit, en dan moeten we het nog hebben over de talrijke abdijkazen! Vaak zijn die lekkernijen aangepast aan het bier dat ze ook nog steeds brouwen, en ook op café kan je vaak een lekker kaasplankje bestellen bij je gerstenat.

Stoverij

Een lekkernij die je op veel menukaarten terugziet is stoverij (ook stoofvlees of stoofkarbonade genoemd). De basis wordt altijd gevormd door stukken rundvlees (mét het vet eraan), bruin bier, gebakken uien, peper, zout, kruidnagel, tijm en laurier. Over het algemeen zijn de stukken vlees vrij grof. Stoverij wordt vrijwel altijd met friet gegeten. Bij een frituur wordt het stoofvlees vaak over de friet geschept.

Vlaamse stoof

Steppegras

Iedereen weet intussen wel dat je in België moet zijn voor de beste frietjes ter wereld (de ene frituur heeft er nog betere dan de andere!). Maar heb je ook al gehoord van de fijne, dunne variant die we steppegras noemen? Steppegras wordt gemaakt van flinterdunne sprietjes aardappel, waardoor ze lekker luchtig en krakend krokant zijn. Om de naam steppegras te dragen, moet de chef een kwaliteitsvol stukje vlees royaal dresseren in een laag saus en deze vervolgens bedekken met een berg van deze dunne frietjes. Deze lekkernij is vooral heel populair in de Kempen, in het noorden van de provincies Antwerpen en Limburg, dicht tegen de Nederlandse grens.

Brusselse wafels

Brusselse wafels hebben het tot in Amerika geschopt, waar ze bekend staan als “Belgian Waffles”. Je vindt ze in verschillende restaurants als dessert of in foodtrucks als zoete snack. Een echte Brusselse wafel is groot, rechthoekig en dikker dan een gewone wafel. Ze zijn heerlijk luchtig en een beetje krokant. Traditioneel worden Brusselse wafels warm gegeten, enkel bestrooid met een beetje poedersuiker. Daar kan een toefje slagroom bovenop voor de liefhebbers. Maar natuurlijk bestaan ook hier ondertussen honderden varianten van. Zo vind je ze in restaurants bijvoorbeeld ook overgoten met Nutella, of vergezeld van allerlei fruit en slagroom. In de zomer worden ze vaak geserveerd met een bolletje ijs en warme chocoladesaus.

Brusselse wafels

Witlof

Witlof is zo een van die dingen die je ofwel haat ofwel aanbidt. Deze witte bladgroente heeft namelijk een nogal bittere smaak. Om te vermijden dat de bladeren groen worden, worden ze ondergronds gekweekt. De witte stronkjes kan je vervolgens rauw eten, fijngesneden in een lekkere salade, of gekookt en gestoofd. Een traditioneel gerecht dat elk Belgisch kind gegarandeerd bij zijn grootmoeder krijgt, is witlof in hespenrolletjes met kaassaus, vaak gegratineerd in de oven voor een heerlijk korstje. Meestal wordt deze lekkernij dan geserveerd met een smeuïge aardappelpuree.

Waterzooi

De naam alleen zal je misschien niet onmiddellijk doen watertanden als je het gerecht niet kent. Laat je echter niet misleiden door de zooi! Die komt namelijk gewoon van het Oud-Nederlandse woord voor gekookt. De basis voor deze Belgische lekkernij is dan ook een heerlijk romige bouillon met eigeel door geklopt. Een alternatieve naam is Gentse waterzooi, waardoor je gelijk weet waar dit recept vandaan komt. Keizer Karel was bijvoorbeeld een grote fan. In zijn meest traditionele vorm werd hier kwabaal voor gebruikt, een vis die intussen verdwenen is uit de rivieren in de streek. Andere vissen namen doorheen de eeuwen de hoofdrol in, maar tegenwoordig wordt het voornamelijk gegeten met kip.

Neuzekes

Een culinaire reis door België is niet compleet zonder een tussenstop bij de heerlijke Neuzekes, ook wel cuberdons genoemd. Deze lekkere snoepjes kregen deze naam omdat ze door hun kegelvorm wel wat aan de menselijke neus doen denken. De kegel van de cuberdon is gemaakt van arabische gom, wat hem lekker stevig maakt, maar zijn hart is gevuld met heerlijke gelei. Doordat deze gelei na een drietal weken begint te kristalliseren, kunnen neuzekes jammer genoeg niet gemakkelijk geëxporteerd worden, en kan je er best van genieten in de hoofdstad van de cuberdons, Gent. Traditioneel waren de snoepjes paars met framboossmaak, maar tegenwoordig vind je ze in alle mogelijke kleuren en smaken bij marktkramers over heel België.

Neuzekes

Asperges op z'n Vlaams

Een Belgische Paasbrunch is niet compleet zonder heerlijke asperges. Deze delicatesse is het echt waard om een winter lang op te wachten. Asperges zijn namelijk op hun best als ze net uit de grond komen. De groene variant heeft een tijdje bovengronds mogen groeien voor ze geoogst werd, de witte werd zorgvuldig onder de grond gehouden. Een aspergeveld herken je dan ook aan de typische, trapeziumvormige rijen. Voor asperges op z’n Vlaams, worden steevast de witte exemplaren gebruikt. Lichtjes geblancheerd en voorzichtig op een bord gedresseerd, geserveerd met een mimosa van geprakt ei en peterselie, met een sausje van vers gesmolten boter.

Kaaskroketten en garnaalkroketten

Deze kroketten lijken dan wel op vleeskroketten uit de muur, maar ze zijn toch volledig anders. Je vindt ze op nagenoeg elke menukaart in Belgische restaurants tussen de voorgerechten. De basis voor beide varianten is een dikke, smeuïge roux die op smaak wordt gebracht met kaas of garnalen, eventueel aangevuld met andere smaakmakers. Daarna krijgen ze een jasje van broodkruimels en worden ze heerlijk goudbruin gebakken in hete olie. Zalig met een toefje tartaarsaus of mosterd, en traditioneel geserveerd met wat brood en een paar takjes gefrituurde peterselie.



Croques

De geliefde croques zijn een standaard menuitem in vele Belgische brasseries en restaurants. De traditionele Croque Monsieur is een simpel, maar heerlijk gerecht: twee sneetjes brood met kaas en ham, goudbruin gebakken op de grill. En dan spreken we nog niet over de verschillende varianten. Zo is er een ‘croque uit het vuistje’ waarbij je enkel de croque krijgt met een beetje mayonaise bij. Als gerecht wordt de ‘croque monsieur’ vaak vergezeld van een lekker fris slaatje. De ‘croque hawaii’ komt met ananas, de ‘croque madame’ met een spiegelei erbovenop en de ‘croque bolognese’ wordt geserveerd met spaghettisaus. In lokale restaurants kan je ook wel streekvarianten vinden, bijvoorbeeld met appel en stroop, of met brie en honing.

Luikse wafels

Laat een Belg je niet een Luikse wafel en Brusselse wafel verwarren. Dit zijn namelijk twee compleet verschillende desserts. Een Luikse wafel is kleiner, dunner maar zeker even lekker. Ze zijn zachter en compacter, en worden koud gegeten. Ze zijn donkerder van kleur en worden vaak met kinderen mee naar school gegeven als snack tijdens de speeltijd. Wat de Luikse wafel écht onderscheidt, zijn de kleine suikerklontjes die door het deeg gemengd werden. Deze zoete delicatesse wordt veel meer geassocieerd met winterse taferelen en kerstmarkten, en worden niet zelden samen geserveerd met een volle tas warme chocomelk, een glaasje jenever of de overheerlijke glühwein!

Luikse wafels